Dispuutslied

I De identiteit van het dispuut
Geroepen om student te zijn
in ‘t teken van de vis.
In de wereld van de wetenschap
een ander getuigenis;
van de hoop die ons de zin bepaalt,
ons leven heeft doorkruist.
De dwaasheid wijs,
de wijsheid faalt;
door liefde achterhaald.

Refrein:
Discussiëren, reformeren:
houd het vis en fris!
Bedrijf de amicitia
en ontdek wat wijsheid is.

II De wereldstad Rotterdam en haar studenten
Studeren in een wereldstad
is meerdimensionaal.
Vervlakking of rechtlijnigheid?
Nee, hoogbouw is normaal!
Waar de Mammon door ons wordt getemd,
Justitia geëerd,
de genensleutelaar geremd;
gelijkgestemd talent.
– Refrein

III We zijn tenslotte een studievereniging
Van Augustinus tot Calvijn,
wat Kant of Kierkegaard;
de wijsgeer en de theoloog
leergierig aangekaart.
De lector leidt ons dieper in.
Hij weet vaak meer dan wij
bespreken op de studiekring:
Wat een ontnuchtering.
– Refrein

IV …maar er is meer
Geborrel na een ALV
Vriendschap, gezelligheid
geproefd op een weekwisseling
in hun volledigheid.
Men zweet zich soms het apenzuur.
Ook sport en spel
verrijkt de amicitiacultuur.
Dispuuthoogconjunctuur.
– Refrein

V Bij installatie nieuw lid
Daar sta je dan met bul en wet.
Je bent nu Ichthiaan.
Je jawoord klonk,
een hamerslag;
ontroerd pinkt men een traan.
Je lidmaatschap is nu een feit
een mens van goede wil
geniet van zijn studententijd;
vormt zijn persoonlijkheid
– Refrein

VI Ter gelegenheid van een jarige Ichthiaan
Vandaag is ‘t feest op ons dispuut
Een jaar’ge Ichthiaan.
We vieren dit nu met elkaar
en geven het feest ruim baan.
In een nieuw studentenjaar beland,
geniet, verrijk uw geest.
Verdiep de amicale band,
dat houdt ons saam in stand.
– Refrein

VII Ter gelegenheid van afscheid leden
Daar ga je dan als Ichthiaan
De wijde wereld in.
Je lidmaatschap loopt nu ten eind
Er wacht je ‘n nieuw begin.
Je zegt ‘t dispuut nu echt vaarwel
Dit gaat ons zeer aan ‘t hart.
Commissie, borrel, kring en spel
Daarvoor geldt: dankjewel!
– Refrein

VIII Ter gelegenheid van ‘dispuuthuwelijken’
Dat heb je toch mooi voor elkaar,
je bent nu echtgenoot.
Het echt-genieten is voorbij,
je gaat nu in de boot.
Zorg dat je op de kleintjes let.
(Zomaar een gratis tip)
Ons scheiden laat niet onverlet:
‘t is toch een meesterzet

Refrein couplet VIII:
Discussiëren, reformeren:
houd het vis en fris!
Bedrijf de amicitia
en ontdek wat liefde is.

Vaandellied

Nunc proponimus vexillum
Demonstramus nunc hoc signum
Vincit piscis nomen nostrum
Nomen nostrum Ichthus est
Ichthus est!

Waar Ichthus hoog in ’t vaandel staat

Waar Ichthus hoog in ’t vaandel staat,
daar in de mooie wereldstad,
daar waar studenten saam vergaard,
rondom Zijn Woord op ’t levenspad.
Het fundament is ’t God’lijk Woord
wat dag op dag wordt aangeboord,
de ware vriendschap brengt ons te saam,
om ’t licht te zijn in Zijnen Naam.

Civieten samen in die stad,
rijke historie, veel talent,
studeren samen hard en veel,
hun kennis is alom bekend.
De amicitiacultuur,
bruist hier tot in het late uur,
op borrels en in ’t kringverband,
daar is het waar de liefde brandt.

In Rotterdam, de schone stad,
daar waar Erasmus overbrugt,
tussen onwetendheid en Maas,
daar draagt de daad en ’t Woord haar vrucht.
Studeren is ons ideaal,
Christus, Zijn Woord en werk centraal.
Ja, in het teken van de vis,
Daar is ’t waar hoop en liefde is.

Trots ten strijd

I
Kom aan, hand in hand,
heft het hoofd fier omhoog.
Geen strijd is te hard,
en geen last is te zwaar.

Refrein:
Verlicht is’t brassend Ichthus,
trots trekken wij ten strijd.
Ja trots ten strijd.
Geen woorden, maar daden,
komt aan overwint.

II
Kom aan en aanschouwt,
wie hier t’onderspit Delft.
Vermorzel, verdelg,
sla de Panopliet kapot.

III
Kom aan, nu DG,
reeds gedoemd tot verlies.
Het Nijmeegse land,
wordt gedegradeerd tot niets.
– Refrein

IV
De aartsvijand Utrecht,
biedt geen tegenstand.
Eenvoudig is ook,
onze zege op EG.
– Refrein

V
om aan, zegevier,
Amstelo maakt geen kans.
Tot slot gaan twee man,
nog naar t’infantiele Yir.
– Refrein (2x)

Door de Rotterdamse Straten

Door de Rotterdamse straten,
klinkt al lange tijd een naam.
Overal hoort men ze praten,
Ichthus heeft al wereldfaam!
In dit teken overwin ik,
want ik ben een Ichthiaan.
In dit teken overwin ik,
ja, ik ben een Ichthiaan!

Brallied

Ichthus, Ichthus, Ichthus, Ichthus, Ichthus, Ichthus, Ichthus,
Rotterdam, Rotterdam, stad der Ichthianen!
Brassen, brullen, borrelen,
studentikoze wanen!

Groot is uw heerschappij, Ichthus!

Verenigd in vriendschap op kringen en borrels,
is ’t machtige Ichthus, u allen de baas!
In Rotterdam zijn wij, studenten, gevestigd.
Geweldige stad met haar poort aan de Maas.
Groot is uw heerschappij, Ichthus!
In de havenstad van Erasmus.
Lang leve Ichthus der C.S.F.R.!
Krachtig in Ro erdamse vlijt,
aan ‘t teken van de vis gewijd.
Glanzend verheven, voor elk oog te zien.

Van Blaak naar ’t Hofplein, met Coolsingel n Weena.
Vanaf het Zuidplein tot de Kralingse Plas,
is Rotterdam één in zijn vele dimensies,
met Ichthus als baken voor ’t studentenras.
Groot is uw heerschappij, Ichthus!
In de havenstad van Erasmus.
Lang leve Ichthus der C.S.F.R.!
Krachtig in Rotterdamse vlijt,
aan ‘t ‘teken van de vis gewijd.
Ichthus bruist krachtig en leeft voor altijd!

Viscielied

Jezus, Hij kwam met een heldere boo-oo-dschap,
sprak tot een ieder, tot u.
Ik kom om te dienen, in woorden en da-a-den.
Volgt u Mij na, hier en… nu.

Refrein:
Wat betekent delen?
Wat betekent geven?
Wat betekent dienen, nu voor u?
Jezus leert ons delen,
Jezus leert ons geven,
Jezus leert ons dienen, volg Hem… nu.

Deel ‘t Evangelie, laat ieder het ho-o-ren,
Houd het niet stil, zegt het voort.
Wees in de stad, ee-e-n stad op een hoge berg.
Schijn met het Licht van het Woord
– Refrein

Geef van uw rijkdom, geef aan uw medemens,
geef overvloedig, ’t maakt…rijk.
Geef geld en tijd, het gaat niet o-om kwantiteit,
belangeloos, belang-rijk.
– Refrein

Jezus vraagt niet, wat Hijzelf niet gedaa-aan heeft,
Hij wijst de weg, maakt be-e-reid.
Liefde tot Hem, geeft een dienstbaar le-e-ven,
Hem en de ander, toege-e-wijd.
– Refrein